Een centrale foyer neemt de rol van het publieke plein over, legt zich tussen het publieke karakter van de straat en de geborgenheid van de binnenruimte, en zorgt voor een duidelijk en leesbaar adres voor elk programmadeel op straatniveau. Alle programmadelen zijn in één oogopslag zichtbaar vanuit de foyer. Het gebouw nestelt zich in zijn omgeving door de schaal over te nemen van de woongebouwen in de straat. Door zich evenwel los te trekken van de naburige panden krijgt het een autonomie die het publieke karakter duidt. In volumetrie en gevelritme toont zich zowel de diversiteit in programmatie als het samengaan ervan. De figuur is opgebouwd uit blokken met een programmacluster als bouwsteen, voorzien van telkens een eigen karakteristieke raammaat. De gevels hebben een alzijdig en evenwaardig karakter, zonder evenwel geheel hetzelfde te zijn. De facades aan de straat en de publieke tuin beschikken over een meer uitgesproken - bijna ornamentaal - karakter, terwijl de gevels naar de private tuinen van de linker- en rechterbuur zich terughoudender tonen. Deze verschillen worden gerealiseerd binnen eenzelfde materiaalpallet dat in onderling wisselende verhoudingen en met subtiele variaties in de detaillering wordt toegepast. Zo verenigt zowel de pit als de schil van het centrum ‘Lendrik’ de intimiteit van een huis met de gemeenschappelijkheid van een dorpsplein.